Skip to main content
Legal

Zicht op zee op kosten van de fiscus…

By 15 november 2019No Comments

Er is commotie rond twee arresten van het Hof van Cassatie in verband met (we citeren de kranten) “vennootschappen die appartementen kopen aan zee”. Er zijn twee grote strekkingen in dit debat en het is amusant om te zien dat elke strekking haar gelijk bevestigd ziet in de arresten. De ene strekking heeft zoiets van “het moet gedaan zijn met het afwentelen van privé-pleziertjes op de fiscus” en de andere strekking houdt het bij “ne mens mag toch nog zelf beslissen wat ie met z’n centen doet?”.

We kunnen niet wegsteken die laatste visie genegen te zijn en dus opgetogen te zijn met wat het Hof van Cassatie nu stelt. Want dit komt, kort samengevat, erop neer dat “een vennootschap economisch voordeel moet hebben bij de aankoop” van dergelijke appartementen en andere leuke investeringen. In alle geval is hiermee dus de these van veel controleurs van de baan dat “er een verband met de economische activiteit” moet zijn. Wél moet een vennootschap er zelf ook iets aan hebben. Wanneer ze een bepaalde kost draagt die louter plezier aan een ander verschaft (lees: aan een bestuurder of een aandeelhouder), dan zit je in de knoei. Strikt gezien is dat nog niet eens zo onlogisch ook, een mens kan niet alles willen… Maar er is nuance nodig: een appartement gratis ter beschikking stellen aan een bestuurder kan betekenen dat die bestuurder daardoor geen andere horizonten opzoekt, dus haalt de vennootschap winsten door die inspanningen, en dus kunnen we triomfantelijk schallen: “quod erat demonstrandum, de kosten zijn aftrekbaar”.

Maar laat dit ook geen vrijbrief zijn om zotte dingen te gaan opstarten: we zullen steeds meer vooraf schriftelijk moeten argumenteren waarom een vennootschap een bepaalde investering doet telkens die “gevoelige materie” betreft. “Gevoelig” valt kort als volgt te definiëren: alles waarvan een jaloers ingesteld controleurke bij kan denken: “ik zou dat ook wel willen maar ‘k heb geen vennootschap die dat voor mij betaalt…”.

Typisch is ook de blik waarmee de fiscus naar vruchtgebruik-constructies kijkt: dat blijft niet lang een braaf lodderig oog… Keer op keer probeert ze de montage an sich én de waardering te kraken en het moge duidelijk zijn dat ze daarin zal slagen wanneer de vennootschap een vruchtgebruik aangaat dat ze nooit zou aangaan mocht de blote eigenaar een vreemde zijn. Elke montage die beoogt dat er op de vennootschap eigenlijk een hold-up gepleegd wordt, is door het arrest nog ardenter vogelvrij verklaard. En daar ziet de eerste strekking van hierboven dan natuurlijk haar gelijk in bevestigd… Moraal van dit verhaal is dat, zoals overal in alles, geldt wat Goethe al stelde: In der Beschränkung zeigt sich der Meister…

Auteur: Jan Baert (5 november 2019)