Kwijlend hadden we de perslekken verslonden waar de eerste krijtlijnen van het Zomerakkoord in bekend raakten. Toen waren we nog in extase van al het lekkers dat onze kanten ging opkomen. Zélfs het verhuren van nieuwe gebouwen met BTW zou mogelijk worden. Wat een walhalla werd ons voorgehouden, we konden niet wachten…
Tegen dat de teksten effectief moesten goedgekeurd worden, waren de rapen gaar: geen geld voor deze maatregel en dus werd deze exquise gang in het voor het overige soms bittere Zomerakkoordmenu afgeserveerd. D’er is geen geld, dus ‘t was maar om te lachen…
Maar zie nu wat de Paasklokken kwistig over ons uitstrooien: het heropvissen van deze regeling. Natuurlijk is het aanrekenen van BTW op de huur niet iets om lyrisch van te worden, maar het kunnen aftrekken van de BTW op een nieuwbouw die je verhuurt, is een spelletje van duizenden tot tien- en zelfs honderdduizenden euro’s en dan geldt wel: wat een lol! Zelfs “vernieuwbouwde” gebouwen komen in aanmerking want de BTW-wetgeving stelt nu eenmaal dat wanneer een al dan niet stokoud gebouw dermate verbouwd wordt dat het bedrag van de verbouwing meer dan 60% bedraagt van de waarde van het gebouw (dus exlusief de grond) na de verbouwing, we weer een gloednieuw gebouw hebben. En een gebouw blijft voor de BTW nieuw tot 31 december van het tweede jaar na ingebruikname.
Natuurlijk moeten we nog even op de tandjes bijten vooraleer dit fraais mag toegepast worden, maar die wachtperiode vergalt het feestje niet: het gaat over alle gebouwen die worden gebouwd of vernieuwbouwd vanaf 1 oktober 2018. De regeling geldt (uiteraard) niet voor particuliere verhuur én de huurder moet akkoord gaan met de toepassing van de BTW, dus de regeling is eigenlijk optioneel met doorslaggevende stem voor de huurder. In professionele toepassingen (behoudens bankiers, verzekeraars, medische beroepers en zo) kan de huurder quasi altijd de BTW aftrekken, dus deert dat hem niet én wordt de huur goedkoper want de verhuurder moet zijn 21% BTW niet via de huurprijs terugverdienen…
Geen rozentuin zonder minstens één doorntje: de herzieningstermijn voor deze gebouwen stijgt van 15 naar 25 jaar, maar dat is eigenlijk niets waar we lang om treuren. Er zal nog wel wat duw- en trekwerk zijn om deze maatregel in zijn kleinste details te regelen, maar de toon is gezet en dit zou wel eens de fiscale zomerhit van 2018 kunnen worden…
Auteur: Jan Baert